Het hieronder volgende verslag van het onlangs gerealiseerde ervaringsplein bij de Hildebrandschool in Haarlem is een vervolg op het artikel 'De Speelplaats' van Bart Faber, Dick Houthoff en Anne Kuipers, Tijdschrift" WBO oktober 1980. Hierin werden de opvattingen van Bertus Mulder, aIs architekt betrokken bij het ontwerpen van speelplaatsen, kort toegelicht. Daarnaast was een interview met hem afgedrukt.
Dit artikel wil de opvattingen van Bertus nogmaals kort op een rij zetten. Vervolgens wordt de specifieke situatie op de bovengenoemde LOM-school nader toegelicht. Tot slot wordt in een beeld-tekst-verslag weergegeven, welke vorm het ervaringsplein uiteindelijk gekregen heeft.
Het voor u liggende artikel wil verbanden aangeven tussen sociaalpolitieke en ekonomische aspekten en een verschraalde woonomgeving. Hierbij ben ik er van uitgegaan dat de keuze voor een bepaald basispatroon op makro-nivo belangrijke konsekwenties heeft voor het leven van kinderen. De mogelijkheid of er voldoende en goed bewogen kan worden heeft te maken met keuzes, hoe je de samenleving in wilt richten. Vanuit kritieken op samenleving en bewegingskultuur wordt vanuit een bepaalde invalshoek een buurt-model geschetst waarin, door kinderen, meer dan in de huidige slaapwijken leerervaringen kunnen worden opgedaan. De voorstellen tot verandering sturen op buurtnivo aan op zelfbestuur en een buurtekonomie. Tenslotte wordt een bescheiden aanzet gegeven het bewegen meer in de dagelijkse leefwereld te integreren.
Op zoek naar een aangepaste speelruimte met veel belevingsmogelijkheden voor geestelijk gehandicapten.
Volwassenen heb/wn hun wereld vrij definitief ingedeeld, veel heeft daar zo zijn vaste plaats en funktie. Kinderen geven veel meer, afhankelijk van de situatie, verschillende betekenissen en funklies aan de dingen en plaatsen in de woonomgeving.
Wat zij zien en d.aardoor ervaren, bepaalt sterk ons handelen, onze aktiviteit. Dit geldt ook .voor kinderen. Wanneer wij ons beperken tot de straat dan is de vraag: Wat ziet een kind van of in de straat? Hoe gebruikt een kind de straat?
In het kader van de tewerkstelling erkende gewetensbezwaarden militaire dienst hebben wij 1,5 jaar gewerkt op verschillende speelplaatsen in Arnhem. In dit artikel beschrijven wij wat een speelplaats heden ten dage kan zijn en wat het werken daarop inhoudt.
Vanuit dezelfde hoek als Jos van Ewijk en Dirk Speelman ben ik de speeItuinwereld in Arnhem binnengerold. Een verschil met hen is, dat ik slechts op één bouwspeelplaatsgewerkt heb, zodat vergelijkingsmateriaal mij ontbreekt en dit artikel beperkt moet blijven tot een beschrijving van 15 maanden 'Leuke Linde' .
Het boekje 'Kinderen en hun speeltuin' is een verslag van een onderzoek naar gebruik en beleving van de speeltuin door kinderen uitgevoerd door Daniëlle Nielander. Hans Bleeker en Bart erum tekenden voor de begeleiding van het onderzoek. Het verslag is gepubliceerd door de NUSO, de opdrachtgever, in samenwerking met de VU, Interfakulteit Lichamelijke Opvoeding. In deze bespreking geef ik eerst kort het kader waarbinnen het onderzoek plaats vond, vervolgens vat ik de hoofdlijnen van het boekje samen en ter afsluiting plaats ik enkele kanttekeningen bij het verslag.
Over kinderspel in de buitenlucht, speelplaatsen en -tuinen bestaat een schier onafzienbare rij boeken, brochures en artikelen. Op een paar daarvan willen we jullie wijzen met deze literatuursignalementen
.
Een spel zoals het wel gespeeld werd in Kralingen, Rotterdam en mij verteld is door één van haar bewoners.